Een goed contract is vaak maatwerk. Om dat goed te doen, moeten de partijen over veel aspecten met elkaar praten en moet de advocaat zo gedetailleerd mogelijk worden ingelicht over alle ins en outs van de plannen en bedoelingen van de partijen en wat ze daarover met elkaar hebben.
De begane grond van het hotel werd verhuurd aan een restaurant en een brasserie. Zij gebruikten dezelfde hal als toegang tot hun eigen lokaal. Uiteraard was het daarbij van belang dat er een goede huurovereenkomst werd opgesteld, die een goede basis zou vormen voor een langdurige huurrelatie tussen alle drie de partijen. Een speciale clausule daarin betrof de papegaai: de exploitant van het hotel wilde dat de aanwezigheid van de grijze roodstaart, die altijd achter de balie op de begane grond had gestaan, door de huurders zou worden geaccepteerd.
Zowel in de huurovereenkomst als in de hal van het gebouw werd daarom voor de papegaai een speciale plek ingeruimd, onder andere onder de voorwaarde dat de eigenaar er voor zou zorgen dat hij geen overlast zou veroorzaken aan de gasten. De papegaai diende zich daarbij wel netjes te gedragen, geen dames na te fluiten en in het bijzijn van klanten geen schuttingtaal of scheldwoorden te gebruiken….
Het contract vormde kennelijk een stevige basis: de ondernemingen zitten er ruim twintig jaar later nog steeds. Of de papegaai er ook nog zit, weet ik niet.