Concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Een concurrentie- en/of relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is uitsluitend geldig indien er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen en deze ook als zodanig zijn omschreven. Alleen in uitzonderlijke gevallen lijkt een dergelijk beding geoorloofd te zijn. Sinds de wetgeving is gewijzigd (in januari 2015), is het veelal de werknemer die aan het langste eind trekt.
De rechtbank Gelderland heeft op 9 februari 2016 echter een uitspraak gedaan dat zwaarwegende belangen aanwezig waren en opmerkelijk genoeg betrof het in deze zaak geen uitzonderlijke functie. In de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een zwembadmonteur was een vrij uitvoerig concurrentiebeding opgenomen voor de duur van 24 maanden. De werkgever had aan het beding een bepaling toegevoegd met daarbij de zwaarwegende belangen aan de kant van de werkgever. Voornamelijk omdat de werknemer kennis neemt van klantenlijsten, kostprijzen, prijslijsten, leveranciersgegevens en knowhow van de werkgever, heeft de werkgever doen besluiten betreffend concurrentiebeding op te nemen.
Volgens de werknemer is er geen sprake van zwaarwegende bedrijfsbelangen die het opnemen dan wel handhaven van het concurrentiebeding rechtvaardigen. Ten eerste stelt hij dat de formulering van de bedrijfsbelangen specifiek gericht had moeten zijn op de branche waarin hij werkzaam is. Ten tweede stelt hij dat hij geen specifieke kennis heeft opgedaan en ten derde dat hij door onverkorte handhaving van het beding onbillijk wordt benadeeld. De rechtbank gaat niet mee in zijn redenering en beslist dat de werkgever voldoende duidelijk heeft gemaakt dat er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen. Redenen daarvoor zijn dat de werkgever regelmatig cursussen verzorgt voor haar werknemers, de werknemer goed op de hoogte is van klantinformatie en wetenschap heeft van de prijsstelling van diverse producten en ook bekend is met de omzetten en bedrijfsresultaten. De ter zake gemaakte afweging is door de werkgever afdoende kenbaar gemaakt met de gebruikte formulering. Het concurrentiebeding wordt door de rechtbank wel beperkt in tijd tot een periode van 12 maanden vanaf het moment dat de werknemer zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Reden daarvoor is dat het steeds gebruikelijker is dat een concurrentiebeding betrekking heeft op een periode van 12 maanden.
De rechtbank Midden-Nederland heeft tien dagen later het concurrentiebeding van een accountmanager geschorst die terug in dienst wilde gaan bij zijn oude werkgever (na een arbeidsovereenkomst van vijf maanden). Het bedrijfsbelang was ook hier volgens de rechter voldoende concreet beschreven en inzichtelijk gemaakt en de werknemer had toegang specifieke kennis e.d. (het volledige klantmanagementsysteem). De werknemer had echter geen tastbare informatie verkregen die hij later nog kan naslaan en de toegang tot het systeem is hem ook niet ontzegd nadat hij had aangegeven bij zijn oude werkgever te gaan solliciteren. De rechter achtte het daarom niet aannemelijk dat de werknemer, na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, de werkgever nog concurrentie zou kunnen aandoen.
Dat de bedrijfsbelangen wel degelijk voldoende inzichtelijk gemaakt dienen te worden gemaakt, blijkt uit een uitspraak van 24 maart 2016. In tegenstelling tot de eerdere uitspraken, gaat de rechtbank Amsterdam niet zo gemakkelijk van de zwaarwegendheid van die belangen uit. Het concurrentiebeding van een adviseur die al 22 maanden bij zijn werkgever in dienst was, wordt geschorst om reden dat de bedrijfsbelangen niet voldoende concreet zijn beschreven en de noodzakelijkheid van het beding onvoldoende is toegelicht. Het beschrijven van de functie en de toegang tot belangrijke informatie (klantenlijsten, kostprijzen, prijslijsten) is te algemeen en in dit geval onvoldoende.
De ruimte voor werkgevers om een concurrentie- of relatiebeding op te nemen in een tijdelijke arbeidsovereenkomst, is dus groter dan werd gedacht. Het is echter wel afhankelijk van bepaalde handelingen e/of omstandigheden of de werknemer uiteindelijk ook aan het concurrentiebeding gehouden is. De zwembadmonteur had niet bepaald een uitzonderlijke functie en de formulering van de zwaarwegende belangen was vrij algemeen. De formulering had net zo goed betrekking kunnen hebben op werknemers met een andere (enigszins commerciële) functie. Het concurrentiebeding van de accountmanager daarentegen werd door de rechter geschorst, waarbij voornamelijk de manier van handelen van de werkgever doorslaggevend was bij die beslissing.
De uitspraken laten duidelijk zien dat werkgevers een concurrentie- of relatiebeding ook bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet op voorhand dienen uit te sluiten. Het is echter verstandig de bepaling, de bedrijfsbelangen en de omstandigheden door een jurist te laten toetsen. Mede om te voorkomen dat het beding door een verkeerde toepassing alsnog ongeldig wordt verklaard. Ook voor werknemers is toetsing belangrijk. Wat als je uitsluitend in één branche wilt werken en je, nadat je tijdelijke arbeidsovereenkomst na zeven maanden eindigt, nergens meer aan de slag kunt? Het is van belang op voorhand al te beseffen wat de gevolgen kunnen zijn van een concurrentie- of relatiebeding. Wij hebben ruimschoots ervaring met het al dan niet toepassen en/of handhaven van een concurrentie- of relatiebeding in een (tijdelijke) arbeidsovereenkomst en zodoende kunnen wij u voorzien van passend advies!