Ben ik eigenaar (geworden)?
Er zijn veel bedrijven in Nederland en daarbuiten die hun werk maken van het creëren van zaken uit andere zaken. Dat kan een schilder zijn die van rode en gele verf oranje verf maakt, een slager die van ‘normaal’ gehakt zijn speciaal gekruide hamburgers maakt of een timmerman die van hout, spijkers, lijm en wat losse onderdelen een kast maakt. Veel ondernemers werken met allerlei halffabricaten om een ander, nieuw of verrijkt product te maken. Hoe werkt dat juridisch, wie is de eigenaar van deze nieuwe zaken en waarom is dat belangrijk? De wet kent drie belangrijke vormen van eigendomsverkrijging van zaken die nog niet bestonden.
Belang van eigendomsverkrijging
De reden dat het van belang is om te weten wie eigenaar is van bepaalde nieuwe of samengevoegde zaken valt uiteen in twee gevallen. De eerste is dat het van belang is bij een faillissement of andere situatie waarin een schuldeiser probeert zijn geld te krijgen. Een schuldeiser kan zich namelijk alleen verhalen op zaken van zijn schuldenaar. De tweede reden is om te weten wie bevoegd is om de nieuwe of veranderde zaken te verkopen.
Natrekking
We spreken over natrekking als twee roerende zaken worden samengevoegd en één van deze roerende zaken een bestandsdeel wordt van de andere zaak (de hoofdzaak). Het meest simpele voorbeeld is een fietsbel die op een fiets wordt geplaatst. Eerst waren er twee verschillende zaken, namelijk een fiets en een fietsbel. Na de montage is er nog maar één zaak, namelijk een fiets met een bel. De fietsbel (bestandsdeel) is dan nagetrokken door de fiets (hoofdzaak). De eigendom van de fietsbel ‘lost dan op’ in de eigendom van de fiets, zodat de eigenaar van de fietsbel zijn eigendom kwijtraakt aan de eigenaar van de fiets.
Soms is het lastiger om aan te wijzen wat de hoofdzaak is en wat het bestandsdeel is. De wet geeft daarover maar beperkte uitleg en spreekt over de verkeersopvatting of een aanmerkelijk waardeverschil. De verkeersopvatting, eigenlijk wat de normale Nederlander er van denkt, is het belangrijkste en alleen als dat niet tot een oplossing leidt, moet er gekeken worden naar de waarde. Een paar voorbeelden: een diamant (bestandsdeel) wordt nagetrokken door de ketting (hoofdzaak) waarin hij gezet wordt, ook als de ketting € 10,- waard is en de diamant € 100.000,-. De normale Nederlander zal het namelijk meestal hebben over een ketting met diamant en niet over een diamant in een ketting. Een videokaart (bestandsdeel) wordt nagetrokken door de computer (hoofdzaak) waarin deze wordt geplaatst en de zonnepanelen (bestandsdeel) worden onderdeel van de caravan (hoofdzaak).
Vermenging
In alle voorbeelden die in de vorige alinea zijn genoemd, is duidelijk dat de bestandsdelen ook zelfstandig bestonden en eventueel ook weer verwijderd kunnen worden. Soms is dat minder gemakkelijk, bijvoorbeeld bij vloeistoffen. We spreken dan juridisch vaak van vermenging. Er zijn twee verschillende soorten vermenging, de eigenlijke vermenging en de oneigenlijke vermenging.
Van eigenlijke vermenging spreken we als de zaken niet meer uit elkaar te halen zijn, bijvoorbeeld als drie mensen elk 100 liter olie in een opslagtank storten. Die olie vermengt zich met elkaar en het is onmogelijk om te zeggen welke 100 liter olie van elk van de originele eigenaars is. De eigendom van deze 300 liter olie moet op dezelfde wijze worden bepaald als bij natrekking. Als er een hoofdzaak en een bestandsdeel zijn, dan is alles voor de eigenaar van de hoofdzaak. Dat is bijvoorbeeld het geval als er een scheutje olijfolie (bestandsdeel) aan een saus (hoofdzaak) wordt toegevoegd. Als het niet mogelijk is om een hoofdzaak aan te wijzen, worden alle partijen samen eigenaar en heeft iedereen recht op een deel gelijk aan het deel wat hij heeft ingebracht. In het geval van de olie zijn dus alle drie de personen samen eigenaar van de totale voorraad olie en mogen zij elk 100 liter tappen. Dat is, in beginsel, ook het geval als een persoon 1 liter olie in een olietanker van 10.000 liter giet, zodat er bij vermenging van gelijke spullen in veel gevallen geen hoofdzaak is.
De oneigenlijke vermenging is geen juridisch probleem, maar een bewijsprobleem omdat zaken nog wel individueel bestaan. Een standaardvoorbeeld is: een persoon gooit 10 van zijn spijkers in een gereedschapskist waarin al 10 spijkers liggen. Er wordt daarna hevig met de kist geschud, zodat de spijkers door elkaar heen liggen. De spijkers zijn juridisch niet vermengd, omdat ze nog individueel bestaan, maar het is (bijna) onmogelijk geworden om te zeggen dit waren mijn 10 spijkers en die wil ik terug hebben. Dit probleem doet zich voornamelijk voor in faillissementen, waarbij de curator simpelweg zegt: U bent eigenaar van 10 spijkers, als u kunt bewijzen welke spijkers van u zijn, mag u ze meenemen. Als u dat niet kunt bewijzen, denk ik dat het mijn spijkers zijn en heeft u het nakijken.
Zaaksvorming
De laatste variant is de zaaksvorming, waarbij er een nieuwe zaak wordt gemaakt uit losse roerende zaken. Belangrijk is in dat geval dat er een zaak met een wezenlijk nieuwe identiteit moet ontstaan. Als dat niet het geval is, spreken we van natrekking. Een fiets waarop een fietsbel wordt gemonteerd, blijft een fiets en is dus geen nieuwe zaak met een eigen identiteit. Houten planken die met spijkers aan elkaar worden vastgemaakt en waarin boeken kunnen worden neergezet, hebben wel een andere identiteit gekregen. We spreken dan namelijk over een boekenkast en niet meer over een verzameling hout en spijkers. Bij zaaksvorming gelden dezelfde hoofdregels als bij natrekking en vermenging. Als er een hoofdzaak is, wordt de eigenaar van de hoofdzaak ook eigenaar van de nieuwe zaak en verliest de eigenaar van het bestandsdeel zijn eigendom. Maakt iemand die nieuwe zaak echter voor zichzelf, dan wordt de maker eigenaar van de nieuwe zaak, ook als geen van de oorspronkelijke elementen zijn eigendom was, tenzij de kosten van het creëren dat niet rechtvaardigen. De timmerman wordt dus eigenaar van de boekenkast die hij voor zichzelf maakt, zelfs als de spijkers en het hout niet van hem waren.
Adviezen
Heeft u als ondernemer te maken met zaken die u zelf maakt of maken anderen (nieuwe) zaken met uw zaken en heeft u vragen over de eigendomssituatie, bijvoorbeeld als u een eigendomsvoorbehoud heeft bedongen of als u twijfelt of alles wel goed gaat? Bel dan vrijblijvend met een van onze advocaten. Zij kunnen u adviseren over dit onderwerp en zoeken graag met u mee naar een oplossing op maat.